Als je hoge bloeddruk hebt, heb je vast van de arts het advies gekregen om een bloeddrukmeter aan te schaffen.
Maar hoe meet je op de juiste manier?
Essentieel van de bloeddrukmeting is dat u aan de linkerkant van het lichaam meet, op de hoogte van het hart. Dit geld voor alle modellen. Men gaat ervan uit dat als u op dezelfde hoogte meet van het hart daar dezelfde druk aanwezig is. Neem de tijd in de voorbereiding en zorg dat u rust neemt voordat u gaat meten, minstens 10 minuten. Drink of eet niets tijdens deze voorbereiding. Beweeg en praat niet tijdens de meting!
Om een zo goed mogelijk beeld van de bloeddruk te krijgen en daar later vergelijkingen op los te laten, is het zeer belangrijk om voor dezelfde omstandigheden te zorgen tijdens de meting. Als u b.v. in de ochtend meet om 10 uur doe dat dan ook de volgende meting of als u meet voordat u naar de wc gaat doet u dat de volgende keer weer. Op deze manier krijgt u een helder beeld en zijn de uitslagen goed met elkaar te vergelijken.
Er zijn diversen onderzoeken gedaan die de relatie tonen tussen een verhoogde ochtendbloeddruk (morning hypertension) en het aantal infarcten en hersenbloedingen. Dit benadrukt het belang van het – periodiek – uitvoeren van 3 metingen per dag. Kies zoveel als mogelijk hetzelfde tijdstip onder dezelfde omstandigheden.
• – kort na het ontwaken
• – rond de middag
• – in de avond
1. Aanleg manchet bij bloeddrukmeting op de bovenarm
2. Houdingspositie bij bloeddrukmeting op de bovenarm
3. Houdingspositie bij bloeddrukmeting op de pols
Bovenarmmeting: de juiste plaats van het manchet is 1-2 cm boven de elleboogplooi, gemeten aan de binnenkant van de arm. (foto 1) De slang van het manchet aan de binnenkant op het midden van de arm. Zorg ervoor dat de slang vrij blijft tijdens het meten. Zorg voor de juiste houdingspositie tijdens het meten (foto 2)
Polsmeting: Zorg het manchet niet het uitstekende deel van de ellepijp op de pols bedekt, dit is het knobbeltje wat iets uitsteekt op de pols aan de kant van de pink. Zorg voor de juiste houdingspositie tijdens het meten (foto 3)
Wat vertellen de metingen:
Rond de 120/80 mm Hg: optimale bloeddruk (voor volwassenen)
Minder dan 140/90 mm Hg: normale bloeddruk
Meer dan 160/95 mm Hg: hypertensie/ hoge bloeddruk
Minder dan 90/60 mm Hg: lage bloeddruk / hypotensie
De grenswaarden stijgen met toename van de leeftijd, voornamelijk de bovendruk.
Dit zijn richtlijnen, het kan zijn dat u afwijkende waardes meet. Blijf kalm, bloeddruk is nu eenmaal grillig. Zorg dat u tot rust komt en meet nogmaals, doe dit indien noodzakelijk over een aantal dagen. Blijft u afwijkende waardes meten noteer dan deze met het meettijdstip en consulteer uw arts.